Verantwoording

Verantwoording #

Voorwoord bij de digitalisering in 2021 #

Deze website presenteert de integrale digitalisering van de Romeinse Catechismus uit 1566. Als basis nam ik een publicatie in boekvorm uit 1984 van stichting De Boog. Die bevatte een facsimile van de (laatste) Nederlandse vertaling van deze catechismus, die dateert van 1935.

De vertaling van 1935 bevatte als inleiding een Aanbeveling van mgr. van Roey, een Nota van de vertaler en een Nederlandse vertaling van de encycliek Acerbo Nimis van paus Pius X uit 1905, die eveneens op deze website te vinden zijn.

De heruitgave van 1984 voegde een eigen Voorwoord toe, hieronder eveneens overgenomen.

In het licht van de geschiedenis is het interessant te beseffen dat de katholieke Kerk intussen een nieuwe catechismus heeft uitgevaardigd: de Catechismus van de Katholieke Kerk, die in 1992 door de heilige paus Johannes-Paulus II werd gepubliceerd en waaraan een commissie van 12 bisschoppen en kardinalen in 1986 in zijn opdracht begon te werken. Net zoals de Romeinse Catechismus als bedoeling had de inzichten van het Concilie van Trente (1563–1566) te verspreiden, heeft de Catechismus van de Katholieke Kerk dat met betrekking tot het Tweede Vaticaans Concilie (1962–1965).

In 1984, het jaar van de heruitgave van onderhavige catechismus en bijna twintig jaar na het Tweede Vaticaans Concilie, was die nieuwe catechismus nog niet beschikbaar, hoewel de paus toen—zoals hieronder te lezen valt—wel reeds de hoop uitdrukte dat die er zou komen. In dat licht moet dan ook het hiernavolgende Voorwoord gelezen worden!

Het mag niet erg zinvol lijken om vandaag nog over te gaan tot de publicatie van een intussen voorbijgestreefde catechismus, maar ik ben ervan overtuigd dat de welwillende lezer, die niet slechts denkt in termen van ‘links’ en ‘rechts’, of ‘modern’ en ‘ouderwets’, er zijn spirituele gading in kan vinden! Een katholiek uit de zestiende eeuw verschilt in zijn geloofsvragen niet fundamenteel van één uit de eenentwintigste eeuw, of bij uitbreiding zelfs van één uit de eerste eeuwen van het christendom. Alles wat in deze catechismus wordt verwoord, belangt ons onveranderd aan, ook al is het historische kader totaal verschillend. Lectuur van deze catechismus is des te leerrijker, wanneer we ons met inzichten confronteren waaraan vandaag geen belang meer wordt gehecht, zodat zij in ons begrip van het geloof iets werkelijks nieuws teweeg kunnen brengen. Wel moet de lezer zich realiseren dat sommige punten uit het canoniek recht intussen veranderd zijn, waarnaar de vertaler in zijn Nota verwijst.

Als technische nota bij de digitalisering vermeld ik dat er geen tekstuele wijzigingen zijn aangebracht, behalve de modernisering van de spelling naar hedendaagse normen, wat niet uistluit dat het taalgebruik en de grammaticale constructies die van de vertaler uit 1935 zijn en dus ietwat stroef kunnen overkomen.

Geloven Leren

Voorwoord bij de heruitgave in 1984 #

De Catechismus van het Concilie van Trente is in wezen een catechismus voor volwassenen en in het bijzonder voor diegenen die zich met catechese bezighouden. Zijn waarde kan moeilijk overschat worden: nooit heef de Kerk zich zo plechtig uitgesproken over wat aan het Volk Gods onderwezen moet worden, en ook over wat aan het Volk Gods onderwezen moet worden, en ook over de praktische doeleinden van dit onderricht. Dit werk is door een pauselijke theologenicommissie samengesteld in de periode 1563-1566, als uitvoering van een voornaam besluit van het Concilie van Trente, en is voor het eerst in Rome gedrukt met de goedkeuring en de H. Paus Pius V. Daarom staat deze catechismus ook bekend onder de namen Romeinse Catechismus en Catechismus van de H. Pius V.

De Pausen van de daarop volgende eeuwen hebben herhaaldelijk deze catechismus aanbevolen, Om ons tot de laatste honderd jaar te beperken: Leo XIII beval hem de Franse clerus aan als “een gouden boek”. Aan het begin van deze eeuw drong weer de H.Pius X tot het gebruik ervan aan, onder meer om gevrijwaard te blijven tegen de dwalingen van het modernisme, Op 25 januari 1960 zei paus Johannes XXIII: “Geliefde Broeders en Zusters, wij zouden uw aandacht kunnen vragen voor uitgebreide theologische onderzoekingen of voor beschouwingen volgens een moderne of zeer moderne stijl, maar willen U dat liever besparen en aandacht schenken aan twee bronnen van hemelse genade, van bijbelse en kerkelijke leer, met name: de leer van St. Petrus en St. Paulus in hun brieven; en naast deze twee verheven bronnen, de besluiten van het Concilie van Trente, aangevuld en beschreven in een rijke schat: de Romeinse Catechismus of Catechismus van het Concilie van Trente, door de H.Pius V uitgevaardigd (…). Kardinaal Valerio, een vriend van de H.Carolus Borromeus; noemde deze catechismus ‘een goddelijk geschenk aan de Kerk', Graag nemen wij deze gelegenheid te baat om te herinneren aan de grote waarde die deze catechismus heeft voor de zondagsprediking en voor degenen die niet veel tijd hebben om zich aan diepe studie te wijden, En ook voor degenen die in hun studie verlangen naar helderheid in de formulering, wat betreft theologie, dogma en moraal”. 1

In 1979 schreef paus Johannes Paulus II het volgende: “Het dienstwerk van de catechese heeft uit de concilies altijd nieuwe krachten geput, Het Concilie van Trente is daarvan een opmerkelijk voorbeeld: in zijn constituties en decreten heeft het immers aan de catechese prioriteit gegeven; het heeft aan de oorsprong gestaan van de ‘Romeinse Catechismus’ die ook wel de naam van dat concilie draagt en die, als samenvatting van de christelijke leer en van de overgeleverde theologie, een eersteklaswerkstuk is ten gebruike van de priesters; het gaf in de Kerk de impuls tot een opmerkelijke organisatie van de catechese, en was voor de geestelijkheid een hele stimulans bij de vervulling van hun plicht tot catechetisch onderricht; en het heeft bovendien, dank zij de heilige theologen als St. Carolus Borromeus, St. Robertus Bellarminus en St. Petrus Canisius, geleid tot de publicatie van catechismussen die voor die tijd werkelijk model konden staan. Dat het Tweede Vaticaans Concilie in onze dagen een soortgelijk elan en werk mag doen ontstaans!2

In januari 1983, op een belangrijke pastorale ontmoeting in Frankrijk over de overdracht van het geloof in deze tijd, haalde kardinaal J. Ratzinger, prefect van de Congregatie van de Geloofsleer in Rome, veelvuldig deze catechismus aan. Hij noemde hem ‘de voornaamste katholieke catechismus’ 3, zocht steun in diens definitie van het woord ‘geloven’ en sprak met instemming over ontstaan en structuur van de klassieke catechese van de Kerk — o.m. door deze catechismus vertegenwoordigd — en benadrukte met klem dat ze steeds geldig en essentieel is, “De inwendige samenhang tussen het woord en het organisme dat het draagt, wijst de weg van de catechese aan. Haar structuur komt tot uiting doorheen de voornaamste gebeurtenissen van het leven der Kerk, die aan de wezenlijke dimensies van het christelijk leven beantwoorden. Zo ontstond vanaf het begin een catechetische structuur waarvan de kern teruggaat tot de oorsprong van de Kerk, Luther heeft deze structuur even vanzelfsprekend gebruikt als de auteurs van de Catechismus van Trente dat gedaan hebben, Dat was mogelijk omdat het niet ging om een kunstmatig systeem, maar eenvoudig om de synthese van het geheugenmateriaal dat noodzakelijk is voor de uitdrukking van het geloof, en dat tegelijkertijd de gegevens behelst die onontbeerlijk zijn voor het leven van de Kerk: het symbolum der Apostelen, de sacramenten, de tien geboden, het gebed des Heren, Deze vier klassieke bestanddelen van de catechese dienden eeuwenlang als stramien en inhoud van het catechetisch onderricht; zij hebben ook de toegang tot de Bijbel en tot het leven van de Kerk geopend. Wij zegden dat zij beantwoorden aan de dimensies van het christelijk bestaan, Dit wordt bevestigd door de Romeinse Catechismus waar hij zegt dat men daarin alles vindt wat de christen moet geloven (symbolum); hopen (Onze Vader), doen (tien geboden, en in welke levensruimte hij het moet volbrengen (sacramenten en Kerk) (art, 12). („..) Men ziet niet in waarom sommigen vandaag menen deze eenvoudige structuur, die zowel theologisch als pedagogisch juist is, te moeten prijsgeven.”

Zijn rede werd als volgt afgesloten: “Ik ken geen beter besluit voor deze bedenkingen dan de woorden waarmee de Catechismus van Trente de catechese beschrijft: ‘Heel de doelstelling van de leer en van het onderricht moet gesitueerd worden in de liefde die geen einde kent. Want men heeft goed uit te leggen wat men geloven, hopen en doen. Het is dus duidelijk dat de Catechismus van Trente steeds de voornaamste katholieke catechismus blijft!”

Niet alleen vanuit het centrale gezag van de Kerk wordt deze catechismus aanbevolen en geprezen: veel anderen hebben zich erbij aangesloten, Om met een voorbeeld te volstaan, citeren wij hier de volgende woorden van kardinaal Newman in zijn Apologia: “De Catechismus van het Concilie van Trente is opgesteld met de specifiekebedoeling om aan de priesters stof te verschaffen voor hun Preken; en daar dit hele werk nu eenmaal een verdediging is van mijzelf, mag ik hier wel zeggen dat ik zelden een Preek houd zonder deze schone en volledige Catechismus te raadplegen zowel voor de stof als voor de leer.” 4

De voorafgaande beschouwingen leren ons duidelijk dat wij uit deze catechismus goeds kunnen halen en waarom wij besloten hebben hem te vermenigvuldigen.

De attente lezer zal er echter niet van onder de indruk komen, wanneer hij in deze catechismus enkele niet-essentiële zaken zal aantreffen die niet meer tot de kerkelijke ordening of de hedendaagse pastoraal behoren: ook in dit geval leert ons deze catechismus vanuit zijn bestaan van meer dan vierhonderd jaar dat de leer van Jezus Christus en zijn Kerk één en dezelfde blijven; en dat hier en daar een precisering heeft plaatsgehad vanwege nieuwe historische omstandigheden of theologische verdieping 5.

Wat wij hier bieden — zonder winstoogmerk — aan de belangstellenden, die ons herhaaldelijk erom gevraagd hebben, is de vertaling van F. Vermuyten pr., in 1935 in België uitgegeven, allang uitverkocht en onvindbaar. Het is de beste Nederlandse vertaling die wij hebben, betrouwbaar en ook heden ten dage nog zeer goed te lezen. Wij danken de uitgever Dessain uit Mechelen van harte, dat hij ons de toestemming heeft gegeven om deze uitgave te verzorgen, Het was onze wens ze te voorzien van een pastoraal-theologisch commentaar met o,a., aanhalingen uit documenten van het Tweede Vaticaans Concilie en van de nieuwe Rituelen van de Sacramenten 6). Zo’n opgave ging eigenlijk onze mogelijkheden te boven; het boek is trouwens voor een enigszins gevormde lezer zeer nuttig, ook in de actuele vorm. Het bevat bovendien handzame registers.

Wij willen de lezer eraan herinneren, dat de structuur van de Catechismus van Trente ook de erop volgende catechismussen met vraag en antwoord heeft geïnspireerd, ook de vandaag niet meer voorradige Catechismussen van de Nederlandse en Belgische Bisdommen. In ons taalgebied zijn wel beschikbaar (in een bewerking die met het Tweede Vaticaans Concilie rekening houdt) twee andere gezagvolle catechismussen, die volgens de structuur van de Catechismus van Trente zijn opgebouwd: de Grote Catechismus van Pius X (1904, destijds voor volwassenen, 198 blz., 23 x 17 cm) en de Kleine Catechismus van Pius X (in Italië nog steeds in gebruik, 84 blz., 23 x 17 cm), die iets beknopter is dan de zo juist aangehaalde Catechismussen van de Nederlandse en Belgische Bisdommen. Beide zijn o.m. bij ons adres verkrijgbaar.

STICHTING DE BOOG

Herenstraat 41, 3512 KB Utrecht
Molièrelaan 325, 1060 Brussel

april 1984

Aanbeveling van Zijne Eminentie Kardinaal van Roey, Aartsbisschop van Mechelen bij de heruitgave in 1935 #

Met innige voldoening begroeten wij deze nieuwe Nederlandsche vertaling van de Catechismus Concilis Tridentini, Wij danken én vertolker én uitgever voor hun zeer verdienstelijke onderneming, en wij wenschen dat het vermaarde boek, dank zij deze wel verzorgde uitgave, in ruime mate onder de geestelijkheid verspreid moge worden.

De waarde immers, die de Catechismus van Trente moet toegekend worden, inzonderheid voor de zielezorg, zou moeilijk te overschatten zijn. Al wat het onderricht der christelijke leering betreft, is er beknopt en klaar in te vinden. ’t Is een volledige godgeleerdheid, in ’t kort samengevat met het uitgesproken doel de priesters, voornamelijk de zielenherders, een praktisch werktuig ter hand te stellen om het volk te onderwijzen in de goddelijke waarheden. Geen boek bestaat er, dat meer gezag bezit op dat gebied. Uitgevaardigd door de Heilige Paus Pius V, met aandrang aanbevolen door verscheidene zijner Opvolgers, zelfs opgelegd aan de pastoors door Paus Pius X in zijn Wereldbrief Acerbo nimis, verdient en behoort het te liggen op de werktafel van alle priesters.

Bijzonder voor hen die in de Vlaamse parochiën werkzaam zijn, zal deze goed bewerkte vertaling het gebruik ervan buitengewoon vergemakkelijken. Wij vertrouwen er dan ook op, dat zij die rijke mijn niet onbenuttigd zullen laten, maar dat zij er voortdurend zullen uit putten om hun onderrichtingen en sermonen grondig en leerzaam te maken.

Gegeven te Mechelen, op de feestdag van OnzeLieve-Vrouw-Boodschap, 25 Maart 1935.

+ J. E. KARD. VAN ROEY, Aartsb. van Mechelen

Nota van de vertaler #

Voor deze vertaling werd de uitgave gevolgd, die, in 1930, te Rome en Turijn bij Marietti verscheen, De onderverdeeling van de hoofdstukken werd bewaard zooals ze in die uitgave voorkomt.

De lezer gelieve er rekening mee te houden dat deze Catechismus in de zestiende eeuw uitgegeven werd; het is noodig hem aan te passen aan de gewijzigde toestanden, en vooral aan de nieuwe bepalingen van het Kerkelijk Wetboek.

We halen hier enkele voorbeelden aan, waarin de tekst van de Catechismus niet overeenkomt met het Kerkelijk Wetboek.

  1. Op bl. 213 zegt de Catechismus:

    Niet alleen wordt de dooper met de doopeling door geestelijk verwantschap verbonden, maar ook de peter met zijn petekind en met diens ouders.

    En Canon 768 zegt :

    De dooper en de peter worden alleen met de doopeling door geestelijk verwantschap verbonden.

  2. bl. 252 : Tusschen de vormeling en de vormpeter ontstaat geestelijk verwantschap, dat een beletsel is voor het huwelijk.

    Canon 1079 : Alleen het geestelijk verwantschap dat ontstaat uit het Doopsel is een beletsel voor het huwelijk.

  3. bl. 309 : … heeft de kerkelijke Wet verboden dat iemand, die de heilige wijdingen niet ontvangen heeft, zonder dringende noodzakelijkheid de heilige vaten, het lijnwaad en al wat bij het voltrekken van het sacrament noodig is, zou aanraken.

    Canon 1306, I : De kelk en de pateen, alsook de kelkdoekjes, pallen en corporalen, die gebruikt werden in het Heilig Misoffer en nog niet gewasschen zijn, mogen slechts aangeraakt worden door geestelijken (a clericis) en door degenen die er voor te zorgen hebben.

  4. bl. 380 : Welke deelen van het lichaam moeten gezalfd worden in het Heilig Oliesel ? … die deelen die de voornaamste organen zijn van de gewaarwordingen, ook de lenden… en de voeten.

    Canon 947, 2 : de zalving van de lenden wordt altijd weggelaten.

    3 : de zalving van de voeten mag weggelaten worden als er reden toe is (ex qualibet rationabili causa).

  5. bl. 441 : Zijn onbekwaam omeen wettig huwelijk aan te gaan : bloedverwanten tot de vierde graad van verwantschap ; een jongen die nog geen veertien jaar oud is, of een meisje vóór haar twaalfde jaar.

    Canon 1067, 1 : Een man kan het huwelijk niet aangaan vóór hij ten volle zestien jaar oud is, een vrouw, vóór zij ten volle veertien jaar oud is.

    Canon 1076, 2 : In zijdelingsche lijn (in linea collateral) is het huwelijk ongeldig tot de derde graad inbegrepen.

Deze voorbeelden zullen volstaan om te bewijzen dat de aanpassing noodig is. Doch als de aanpassing gebeurt, kan dit boek ongetwijfeld nog onschatbare diensten bewijzen aan geestelijken en geloovigen.


  1. Acta Apostolicae Sedis, 1960, blz. 213 e.v. ↩︎

  2. Apostolische Aansporing Catechesi Tradendae (Catechese geven), nr. Nederlandse vertaling van Chr, van Buijtenen SJ. uitgegeven door het Bisdom Roermond, 1979 ↩︎

  3. Deze en volgende citaten van Kardinaal Ratzinger zijn overgenomen uit “Emmaüs’”, Brugge, mei-juni 1983, blz. 110-120 ↩︎

  4. Apologia pro vita sua, Bussum 1948, blz. 361 ↩︎

  5. Voorbeelden zijn: de liturgische kalender, de vasten- en onthoudingswet, de wetten over het nuchter zijn vóór de H.Communie, de mogelijkheden om onder twee gedaanten te communiceren; alsmede de veranderingen van de rituelen van sommige sacramenten. De bestudering van de Kerkvaders en oude auteurs bevindt zich thans in een verder gevorderd stadium; in huwelijkszaken houdt de Catechismus hier en daar volgens de opvattingen van die tijd een praxis voor, die nu niet meer gevolgd behoeft te worden; de twijfel over het ogenblik waarop een mens ontstaat, is vervangen door de zekerheid dat de mens geschapen wordt op het ogenblik van de conceptie. ↩︎