Buitengewone vorm

Gebruik van de Catechismus aangepast aan de Zondagen van het jaar. #

Deze pagina geeft een overzicht van de zondagen volgens de liturgische kalender van de tridentijnse mis (“buitengewone vorm van de Latijnse ritus” of ook “traditionele Latijnse mis”). De inhoud is overgenomen uit de publicatie van de catechismus uit 1935, waarbij niet duidelijk is door welke auteur de selectie van artikelen is gemaakt bij elke zondag uit het liturgische jaar.
Homiletische suggesties voor komende zondag

Eerste Zondag van de Advent. #

  • Er zullen tekens zijn in zon en maan, enz. Luc. XXI, 25 en volg. Dit Evangelie moet behandeld worden in verband met het algemeen oordeel, Daarom zal de pastoor hier gebruiken hetgeen gezegd werd over het zevende artikel van het Symbolum : « Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden ».

Tweede Zondag van de Advent. #

  • Johannes, die in de gevangenis de daden van de Christus vernomen had… Zijt gij het die komt… Matth. XI, 2 en volg. Deze ondervraging leert ons met hoeveel ijver wij moeten zorgen dat wij, en degenen die van ons afhangen, onderricht worden in al wat het geloof aangaat. Gegevens daarover vindt men in het eerste hoofdstuk van de catechismus.

  • In de gevangenis. We moeten bereid zijn gevangenis en dood te onderstaan voor het geloof ; en het is niet genoeg het geloof te bewaren in het hart, we moeten het ook belijden.

Derde Zondag van de Advent. #

Vierde Zondag van de Advent. #

Kerstmis. #

Zondag onder de octaaf van Kerstmis. #

Feest van de Besnijdenis. #

Driekoningenfeest. #

Zondag onder de octaaf van Driekoningen. #

Tweede Zondag na Driekoningen. #

Derde Zondag na Driekoningen. #

  • Een melaatse trad vooruit en viel voor Hem neer… Matth. VIII, 2, 3. De melaatsheid betekent de ketterij, volgens de heilige Vaders. In het hoofdstuk over het negende artikel van de geloofsbelijdenis wordt gezegd wie als ketter moet aanzien worden, en wie, evenals de melaatsen, uit de Kerk moet verwijderd worden.
  • Ga, laat u aan de priesters zien… Over de eer die we moeten bewijzen aan de priesters. In het derde boek van zijn werk « Over het priesterschap » leert de heilige Chrysostomus dat aan onze priesters een veel grotere macht gegeven werd dan aan de Joodse priesters : immers, zij konden de melaatsen niet zuiveren, maar alleen verklaren dat zij gezuiverd waren, terwijl onze priesters de mens, die aangetast is door de melaatsheid van de zonde, werkelijk zuiveren en volkomen genezen als ze hem de absolutie geven. Zo kan men hier handelen over de sleutelmacht die aan de priesters verleend werd.

Vierde Zondag na Driekoningen. #

  • Toen Mij in de boot gestapt was… Matth. VIII, 23. Deze boot, evenals de ark van Noë, is een voorafbeelding van de Kerk. De pastoor kan hier spreken over de Kerk en haar kentekens.
  • Heer, red ons, wij vergaan. De stervensnood is het grootste gevaar voor de mens ; daarom moet de pastoor zijn gelovigen aanzetten om hun toevlucht te nemen tot God en het Heilig Oliesel te ontvangen als ze in gevaar van sterven zijn.
  • Wie is deze, dat zelfs de zeeën de winden Hem gehoorzamen? Alle schepselen, buiten de mens, volgen de richting die God hun aangewezen heeft.

Vijfde Zondag na Driekoningen. #

Zesde Zondag na Driekoningen. #

Septuagesima-Zondag. #

Sexagesima-Zondag. #

Quinquagesima-Zondag. #

  • Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen en bespot… Luc. XVIII, 32… Dit Evangelie, dat een samenvatting geeft van het lijden van Jezus, wordt bij het begin van de vasten gelezen, om de volgelingen van Christus op te wekken tot boetvaardigheid ; hier komt dus van pas wat, over het lijden van Christus gezegd wordt. Wordt dit onderwerp later behandeld, dan kan men vandaag over het tweede deel van dit Evangelie spreken.
  • Een blinde zat bij de weg te bedelen. Deze blinde stelt het mensdom voor ; den ellendige toestand van de mensen na de zondeval.
  • Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij. Het gebed tot God is niet hetzelfde als het gebed tot de heiligen. Als wij gedrukt gaan onder lijden en kwellingen, of iets nodig hebben, dan moeten wij, evenals deze blinde, onze toevlucht nemen tot God en zijn bijstand afsmeken. Noodzakelijkheid en nut van het gebed.
  • Wat verlangt gij dat ik voor u doe ? Alhoewel God weet wat wij nodig hebben, wil Hij dat wij het Hem vragen.

Aswoensdag. #

Eerste Zondag van de vasten. #

Tweede Zondag van de vasten. #

Derde Zondag van de vasten. #

Vierde Zondag van de vasten. #

Passiezondag. #

Palmzondag. #

Goede Vrijdag. #

Pasen. #

Tweede Paasdag. #

Derde Paasdag. #

Eerste Zondag na Pasen. #

Tweede Zondag na Pasen. #

Derde Zondag na Pasen. #

Vierde Zondag na Pasen. #

Vijfde Zondag na Pasen. #

  • Wat gij de Vader vragen moogt, dat zal Hij u in mijn Naam geven. Jo. XVI, 23. Over het gebed.
  • Tot nog toe hebt gij niets in mijn Naam gevraagd. We moeten God bidden door Christus.

Ons Heer Hemelvaart. #

Zondag na de Hemelvaart. #

Pinksteren. #

Tweede dag van Pinksteren. #

Derde dag van Pinksteren. #

Feest van de Allerheiligste Drievuldigheid. #

Feest van het Heilig Sacrament. #

Tweede Zondag na Pinksteren. #

Derde Zondag na Pinksteren. #

Vierde Zondag na Pinksteren. #

Vijfde Zondag na Pinksteren. #

  • Gij hebt gehoord dat tot de ouden gezegd is : Gij zult niet doden. Matth. V, 21. Hier kan men het vijfde gebod uitleggen.
  • Ik zeg u dat alwie kwaad is op zijn broeder. Wanneer is de gramschap zonde ?
  • Gij hebt gehoord dat gezegd is : Gij zult geen overspel bedrijven. Zesde gebod.

Zesde Zondag na Pinksteren. #

Zevende Zondag na Pinksteren. #

Achtste Zondag na Pinksteren. #

Negende Zondag na Pinksteren. #

Tiende Zondag na Pinksteren. #

Elfde Zondag na Pinksteren. #

  • Ze smeken Hem om hem de hand op te leggen. Marc. VII, 32. Deze mensen die voor een doofstomme van Jezus de genezing afsmeken, leren ons dat we voor anderen moeten bidden. Voor wie moeten we bidden en hoe ?
  • Hij stak zijn vingeren in zijn oren. Naar het voorbeeld van Christus, tekenen wij, in het Doopsel, de ogen, de oren, de borst en de schouders van het kind met het heilig kruisteken. Zie de ceremoniën van het Doopsel.
  • Opziende naar de hemel zuchtte Hij. Waarom zeggen wij dat God in de hemel woont, als Hij toch overal tegenwoordig is ? De Heilige Schriftuur zegt dat wij doof en stom en blind zijn door de zonde ; zie de gevolgen van de zonde.

Twaalfde Zondag na Pinksteren. #

Dertiende Zondag na Pinksteren. #

Veertiende Zondag na Pinksteren. #

Vijftiende Zondag na Pinksteren. #

Zestiende Zondag na Pinksteren. #

Zeventiende Zondag na Pinksteren. #

Achttiende Zondag na Pinksteren. #

Negentiende Zondag na Pinksteren. #

Twintigste Zondag na Pinksteren. #

Een en twintigste Zondag na Pinksteren. #

Twee en twintigste Zondag na Pinksteren. #

Drie en twintigste Zondag na Pinksteren. #

Vier en twintigste Zondag na Pinksteren. #