Gebruik van de Catechismus aangepast aan de Zondagen van het jaar. #
Deze pagina geeft een overzicht van de zondagen volgens de liturgische kalender van de tridentijnse mis (“buitengewone vorm van de Latijnse ritus” of ook “traditionele Latijnse mis”). De inhoud is overgenomen uit de publicatie van de catechismus uit 1935, waarbij niet duidelijk is door welke auteur de selectie van artikelen is gemaakt bij elke zondag uit het liturgische jaar.Homiletische suggesties voor komende zondag
Eerste Zondag van de Advent. #
- Er zullen tekens zijn in zon en maan, enz. Luc. XXI, 25 en volg. Dit Evangelie moet behandeld worden in verband met het algemeen oordeel, Daarom zal de pastoor hier gebruiken hetgeen gezegd werd over het zevende artikel van het Symbolum : « Vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden ».
Tweede Zondag van de Advent. #
-
Johannes, die in de gevangenis de daden van de Christus vernomen had… Zijt gij het die komt… Matth. XI, 2 en volg. Deze ondervraging leert ons met hoeveel ijver wij moeten zorgen dat wij, en degenen die van ons afhangen, onderricht worden in al wat het geloof aangaat. Gegevens daarover vindt men in het eerste hoofdstuk van de catechismus.
-
In de gevangenis. We moeten bereid zijn gevangenis en dood te onderstaan voor het geloof ; en het is niet genoeg het geloof te bewaren in het hart, we moeten het ook belijden.
Derde Zondag van de Advent. #
-
Hij bekende zonder ontveinzen… Jo. I, 20 en volg. We moeten de waarheid eenvoudig bekennen, en er geen eed bijvoegen om gemakkelijker geloofd te worden. Wanneer de eed verboden is.
-
Waarom doopt gij dan, als gij de Christus niet zijt… Hier kunnen we handelen over den bedienaar van het Doopsel, en over den invloed van de bedienaar op het uitwerksel van het sacrament.
-
Wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken. De pastoor zal hier aan de gelovigen leren dat zij zich moeten voorbereiden om, op het Kerstfeest, de Heilige Communie te ontvangen ; zie, over de voorbereiding tot de Heilige Communie.
Vierde Zondag van de Advent. #
-
In het vijftiende jaar der regering van keizer Tiberius… Luc. III, 1. Voor de vermelding van deze vorsten kan men dezelfde uitleg geven als voor de vermelding van Pontius Pilatus in het vierde artikel van het Symbolum.
-
Kwam het Woord van God over Johannes… Johannes werd door God geroepen om te prediken. Daarom kan men hier handelen over de wettige roeping van de bedienaars van de Kerk. Wie geen zending heeft, kan geen wettige bedienaar zijn.
-
In de woestijn. De bedienaars van het woord (de priesters) moeten onberispelijk zijn ; hier kan gesproken worden over de belofte van zuiverheid die gevergd wordt voor de wijding tot Subdiaken.
-
Hij predikte een Doopsel van boetvaardigheid. Welke gesteltenissen vereist zijn voor het Doopsel van volwassenen.
-
Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht. Voorbereiding tot de Heilige Communie, waarover reeds gesproken werd de vorige Zondag. Onderhouden van de geboden van God.
Kerstmis. #
- Ze baarde haar eerstgeboren Zoon… Luc. II, 7 en volg. Hier zal men het artikel van het Symbolum uitleggen : Geboren uit de Maagd Maria.
- In het begin was het Woord… Jo. I, 1 en volg. Uitleg over de eeuwige geboorte van Christus.
- Het Woord is vlees geworden. Over het geheim van de menswording.
- Heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader. Deze Eniggeborene is ook onze broeder.
Zondag onder de octaaf van Kerstmis. #
- Een zwaard zal uw ziel doorsteken… Luc. II, 35. Deze voorzegging van Simeon geeft de pastoor de gelegenheid om uit te leggen waarom God de gelovigen, die zijn teergeliefde kinderen zijn, niet vrijwaart van de ellenden van het leven — en tot wie ze in de beproeving hun toevlucht moeten nemen.
- Zij ging uit de tempel niet weg en diende God met vasten en gebeden. Privaat en openbaar gebed. — Bij het gebed moeten we ook het vasten en de aalmoes voegen. Door het gebed, het vasten en de aalmoes kunnen we voldoen voor de zonde.
Feest van de Besnijdenis. #
- Toen de acht dagen tot zijn besnijdenis ontwaren… Luc. II, 21 en volg. De besnijdenis was een voorafbeelding van het Doopsel ; daarom kan men hier spreken over de kracht en de werking van de sacramenten, en aantonen hoezeer zij de sacramenten van de Oude Wet in waardigheid overtreffen.
- Kreeg Hij de naam Jezus — die naam komt aan Christus toe. Evenals vroeger bij de besnijdenis, wordt nu ook in het Doopsel de naam gegeven aan de kinderen. Heel gepast kan men hier ook handelen over de ceremoniën van het Doopsel.
Driekoningenfeest. #
- Wij hebben zijn ster in het Oosten gezien… Matth. II, 2 en volg. Die ster doet ons denken aan de wijsgerige kennis van God, en het antwoord van de priesters, aan het licht van het geloof ; men wijze hier op het verschil tussen de christelijke wijsheid en de natuurlijke kennis.
- Zij vielen neder en aanbaden het Kind… Matth. II, 11. Over de aanbidding van God en de verering van de heiligen. Men kan hier ook de verering en de aanbidding van de Heilige Eucharistie behandelen : wij geloven en belijden dat dezelfde Christus die de Koningen aanbaden, in het Heilig Sacrament tegenwoordig is. Bijgevolg moeten wij ook Hem aanbidden.
Zondag onder de octaaf van Driekoningen. #
- Toen zij volgens het feestgebruik opgingen… Luc. II, 42 en volg. Onderhouden van de feestdagen.
- Hij was hun onderdanig. Plichten van de kinderen jegens hun ouders.
Tweede Zondag na Driekoningen. #
- … werd er bruiloft gehouden te Kana van Galilea… Jo. II, 1 en volg. Over het huwelijk.
- Dit zijn eerste wonder deed Jezus… De verandering van water in wijn kan de mensen zonder ontwikkeling helpen om gemakkelijk te geloven in de zelfstandigheidsomzetting die gebeurt in het Heilig Sacrament.
Derde Zondag na Driekoningen. #
- Een melaatse trad vooruit en viel voor Hem neer… Matth. VIII, 2, 3. De melaatsheid betekent de ketterij, volgens de heilige Vaders. In het hoofdstuk over het negende artikel van de geloofsbelijdenis wordt gezegd wie als ketter moet aanzien worden, en wie, evenals de melaatsen, uit de Kerk moet verwijderd worden.
- Ga, laat u aan de priesters zien… Over de eer die we moeten bewijzen aan de priesters. In het derde boek van zijn werk « Over het priesterschap » leert de heilige Chrysostomus dat aan onze priesters een veel grotere macht gegeven werd dan aan de Joodse priesters : immers, zij konden de melaatsen niet zuiveren, maar alleen verklaren dat zij gezuiverd waren, terwijl onze priesters de mens, die aangetast is door de melaatsheid van de zonde, werkelijk zuiveren en volkomen genezen als ze hem de absolutie geven. Zo kan men hier handelen over de sleutelmacht die aan de priesters verleend werd.
Vierde Zondag na Driekoningen. #
- Toen Mij in de boot gestapt was… Matth. VIII, 23. Deze boot, evenals de ark van Noë, is een voorafbeelding van de Kerk. De pastoor kan hier spreken over de Kerk en haar kentekens.
- Heer, red ons, wij vergaan. De stervensnood is het grootste gevaar voor de mens ; daarom moet de pastoor zijn gelovigen aanzetten om hun toevlucht te nemen tot God en het Heilig Oliesel te ontvangen als ze in gevaar van sterven zijn.
- Wie is deze, dat zelfs de zeeën de winden Hem gehoorzamen? Alle schepselen, buiten de mens, volgen de richting die God hun aangewezen heeft.
Vijfde Zondag na Driekoningen. #
- De vijand kwam en zaaide onkruid… Matth. XIII, 25… De leden van de Kerk worden in twee klassen ingedeeld, die aangeduid worden door de goede tarwe en het onkruid. Door het onkruid kan men ook verstaan de haat en de twist die de duivel, vader van de onenigheid, wil zaaien op het veld van de kinderen van de vrede ; hoe kunnen wij de duivel overwinnen?
- Een vijandig mens heeft dit gedaan. Haat van de duivel tegen de mensen — zijn overmoed en boosheid in de bekoring.
Zesde Zondag na Driekoningen. #
- Het rijk der hemelen is gelijk een mosterdzaad… Matth. XII, 31… Volgens de kerkleraars is die mosterdzaad een beeld van het geloof ; men handele hier daarom over de noodzakelijkheid van het geloof; we moeten niet nieuwsgierig onderzoeken wat ons voorgehouden wordt ; uitmuntendheid van het geloof, verschil tussen de christelijke wijsheid en de wijsgerige kennis van God.
- Doch is het opgewassen… Het geloof kan groeien.
- Het rijk der hemelen is gelijk zuurdeeg dat een vrouw nam… Die vrouw stelt de Kerk voor die niet kan missen in hetgeen zij ons voorhoudt over geloof en zeden (zuurdeeg).
- … totdat geheel het meel gistte. Gemeenschap van de heiligen en deelachtigheid aan de verdiensten.
Septuagesima-Zondag. #
- Het rijk der hemelen is gelijk een huisvader… Matth. XX, 1… Deze vader is God ; waarom wij Hem Vader noemen.
- Zij kregen elk een tienling. Door deze tienling wordt de hemelse zaligheid bedoeld, die de Huisvader geeft aan hen die moedig en trouw in zijn wijngaard werken, dit is, aan hen die zijn geboden onderhouden. Lees over het eeuwig leven. Weg naar de hemelse zaligheid. Opwekking tot het onderhouden van de geboden.
- … elk een tienling. In de hemel is er nochtans verschil van beloning en glorie, volgens ieders verdienste en de moeite die men zich gegeven heeft.
Sexagesima-Zondag. #
- De zaaier ging uit om zijn zaad te zaaien… Luc. VIII, 5… Het zaad dat uitgestrooid wordt, is het woord van God, zoals de Heer zelf uitlegt ; hoe moeten wij het aanhoren ?
- Daarna komt de duivel. Over de pogingen en de aanvallen van de duivel.
- Door zorgen en rijkdom en genoegens van het leven… De rijkdom en de ongeregelde begeerte naar aardse goederen beletten het goddelijk zaad vrucht te dragen.
Quinquagesima-Zondag. #
- Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen en bespot… Luc. XVIII, 32… Dit Evangelie, dat een samenvatting geeft van het lijden van Jezus, wordt bij het begin van de vasten gelezen, om de volgelingen van Christus op te wekken tot boetvaardigheid ; hier komt dus van pas wat, over het lijden van Christus gezegd wordt. Wordt dit onderwerp later behandeld, dan kan men vandaag over het tweede deel van dit Evangelie spreken.
- Een blinde zat bij de weg te bedelen. Deze blinde stelt het mensdom voor ; den ellendige toestand van de mensen na de zondeval.
- Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij. Het gebed tot God is niet hetzelfde als het gebed tot de heiligen. Als wij gedrukt gaan onder lijden en kwellingen, of iets nodig hebben, dan moeten wij, evenals deze blinde, onze toevlucht nemen tot God en zijn bijstand afsmeken. Noodzakelijkheid en nut van het gebed.
- Wat verlangt gij dat ik voor u doe ? Alhoewel God weet wat wij nodig hebben, wil Hij dat wij het Hem vragen.
Aswoensdag. #
- Wanneer gij vast… Matth. VI, 16. Vermits de veertigdaagse vasten ingesteld werd om door een plechtige boete de zonden van gans het jaar te herstellen, zal de pastoor op deze dag de gelovigen moeten opwekken tot boetvaardigheid ; over de noodzakelijkheid van de boetvaardigheid, over de trappen langs dewelke we tot die deugd kunnen stijgen, over de verschillende soorten van voldoening.
- Verzamelt u geen schatten op de aarde. Over het opeenhopen van geld, zie het zevende gebod, en de vierde vraag van het Gebed van de Heer.
- Verzamelt u schatten in de hemel. Over de aalmoezen.
Eerste Zondag van de vasten. #
- … om door de duivel bekoord te worden. Matth. IV, 1. Hier zal men handelen over de bekoring : Wat is de bekoring, waarom wordt ze toegelaten, hoe kunnen we ze overwinnen.
- Niet op brood alleen moet de mens leven. Christus spreekt hier over het geestelijk voedsel.
- Aan zijn engelen zal Hij over u bevelen geven Engelbewaarders.
- De Heer uw God zult gij aanbidden. Aanbidding van God, geloof, hoop en liefde.
Tweede Zondag van de vasten. #
- Jezus neemt afzonderlijk Petrus en Jacobus en Johannes en brengt hen… Matth. XVII, 1… Waar en wanneer kan men best bidden ?.
- Goed is het hier te zijn. Men kan hier spreken over het geluk van de heilige mensen, en ook over het twaalfde artikel van bet symbolum.
- Deze is mijn welbeminde Zoon. Prachtige gelegenheid om te handelen over het eeuwig voortbrengen van de Zoon.
Derde Zondag van de vasten. #
- Hij was de duivel aan ’t uitdrijven, en wel een stommen… Luc, XI, 14… Het is eigen aan de duivel, de mens, van wie hij bezit genomen heeft, stom te maken, dit wil zeggen, hem af te trekken van het belijden van zijn geloof. Om de duivel uit te drijven, moet de mens zijn tong los maken en zijn zonden belijden aan de priester — zie, over de belijdenis van de zonden.
- Ieder rijk, dat inwendig verdeeld is, wordt ontvolkt. De Kerk is het rijk van Christus. Zie, over de eenheid van de Kerk.
- Ik zal weerkeren naar mijn huis. Gevaar van in de zonde te hervallen. Wat moeten we doen na de biecht ?.
- Hij brengt zeven andere geesten mee, die slechter zijn dan hij. Deze tekst bewijst dat soms een ganse schaar duivelen ons komt bekoren ; de duivel bekoort diegenen die hem verlaten hebben.
- Zalig de schoot die u gedragen heeft… Verheerlijking van de allerheiligste Maagd Maria.
Vierde Zondag van de vasten. #
- Van waar zullen we brood kopen, dat ze te eten hebben ? Jo. VI, 5. Hier kan men best de vraag van het Onze Vader uitleggen : Geef ons heden ons dagelijks brood. Volgens sommige leraars bezat dat brood ook de eigenschap om de dorst te stillen. Zo ook ontvangen de leken de Heilige Eucharistie volledig onder de gedaante van brood alleen.
- Dit zeide Hij om hem te beproeven. Hoe beproeft God de mens ?.
- Deelde ze aan de neerliggende mensen uit. Hij gaf het brood aan de apostelen om het te laten uitdelen Zo heeft God ook vanaf het begin, door de aartsvaders en de profeten, en later door de apostelen en hun opvolgers, zijn woord en zijn sacramenten aan de mensen gegeven. Christus zelf is nochtans de voornaamste bedienaar van de Sacramenten.
- Deze is waarlijk de profeet. Dankzegging.
Passiezondag. #
- Wie van u overtuigt mij van zonde ? Jo. VIII, 46. Bij het begin van de Passietijd wordt ons in herinnering gebracht dat Jezus niet voor zijn eigen zonden leed, maar voor de onze.
- Indien ik waarheid spreek… Over de leugen.
- Wie uit God is, luistert naar de woorden van God. We moeten het Woord van God aanhoren.
- Zeggen wij niet met reden dat Gij een Samaritaan zijt. Bij deze gelegenheid kan de pastoor zijn gelovigen opwekken om de beledigingen te vergeven.
- Ik eer mijn Vader en gij onteert mij. Men doet Christus de ergste smaad aan met zijn woord verkeerd uit te leggen of er een slecht gebruik van te maken.
- Ze namen de stenen om naar Hem te werpen. Christus heeft zelf vastgesteld wanneer en hoe Hij zou sterven.
Palmzondag. #
- Zie, van Koning komt tot u… Matth. XXI, 5. De Kerk gebiedt dat alle gelovigen rond deze tijd communiceren. Daar- om zal de pastoor zijn toehoorders opwekken tot het ontvangen van de Heilige Communie; omdat de ouders dikwijls zeer nalatig zijn om hun kinderen te laten communiceren, moet hier ook gesproken worden over de ouderdom waarop de kinderen de Heilige Communie moeten ontvingen.
- Ge zult een ezelin vinden, die vastgebonden staat… maakt ze los… De apostelen en hun opvolgers hebben de macht ontvangen om degenen die vastgebonden zijn door de zonden, maar rouwmoedig tot hen komen, te ontbinden, Biecht ; absolutie ; macht van de zonden te vergeven.
Goede Vrijdag. #
- Het is de gewoonte op deze dag te spreken over het geheim van het lijden van Onzen Heer Jezus Christus. Buiten het vierde artikel, kan men nog behandelen : de grenzeloze liefde die God aan de mensen betoond heeft met hen vrij te kopen door de dood van zijn enige Zoon ; de zonde van onze eerste ouders, en de droevige gevolgen ervan ; de vergiffenis van de zonden, vrucht van het lijden van Christus ; alle sacramenten hebben hun kracht ontvangen uit het goddelijk lijden ; het bloedig en onbloedig offer van Christus ; voldoening en verdiensten van Christus ; niemand kan ooit het rijk van de hemelen binnengaan zonder het geloof in de verlossing door Christus ; de kennis van Christus, de Gekruisigde, is de samenvatting van gans onze godsdienst.
Pasen. #
- Hij is verrezen, Hij is niet hier… Marc. XVI, 6. Over de verrijzenis van Christus, zie het vijfde artikel van het Symbolum…
Tweede Paasdag. #
- Twee van hen waren diezelfde dag op weg naar een dorp… Luc. XXIV, 13. De pastoor kan onmogelijk op het Paasfeest alles uitleggen wat betrekking heeft op de verrijzenis ; daarom zal hij vandaag zijn onderrichting van gisteren aanvullen.
- Moest de Christus dat niet lijden en zo in zijn glorie ingaan ? Waarom was het nodig dat Christus verrees ? Het voorbeeld van Christus zet ons aan om met allen ijver het rijk van de hemel te betrachten. Voordelen van de beproeving.
- Toen Hij met hen aanlag, nam Hij het brood. De leken moeten niet onder de twee gedaanten communiceren.
Derde Paasdag. #
- … stond Hij tussen hen in. Luc. XXIV, 36. Eigenschappen van de verheerlijkte lichamen.
- Vrede zij U. Het rijk van God is, volgens de Apostel, vrede en vreugd in de Heilige Geest. Rijk van Christus over de vrome zielen.
- In zijn Naam boetvaardigheid prediken tot vergeving van de zonden. Christus heeft aan zijn apostelen opgelegd de boetvaardigheid te prediken. De pastoor kan hier spreken over het tiende artikel van het Symbolum, of over het sacrament van boetvaardigheid.
Eerste Zondag na Pasen. #
- ’s Avonds van die dag, de eerste dag van de week… Jo. XX, 19. De verrijzenis van Christus moest duidelijk bewezen worden, om ook de onze te bewijzen.
- Wier zonden gij vergeeft… Sleutelmacht.
- Leg uw vinger hier… Waarom bewaren Christus en de martelaren hun wondtekens na de verrijzenis ?
Tweede Zondag na Pasen. #
- Ik ben de goede herder. Jo, X, 11… Door herders verstaat men niet alleen de bisschoppen en zielenbestuurders, maar ook de koningen, magistraten, ouders en meesters. Wat moeten de herders doen voor hun kudde, en wat zijn de schapen aan hun herders verschuldigd ?
- De huurling, en die geen herder is… Wie moet men daardoor verstaan ?
- Het zal één kudde worden en één herder. Eenheid van de Kerk. Petrus, hoofd van de Kerk, en de Paus, opvolger van Petrus.
Derde Zondag na Pasen. #
- Een weinig tijds, en gij zult Mij niet meer zien… Jo. XVI, 16. De tijdelijke smart, die wij om wille van Christus aanvaarden, vindt haar vergelding in de eeuwige vreugde.
- Wenen en jammeren zult gij, doch de wereld zal blij zijn. De vrome mensen worden door de duivel meer bekoord dan de bozen.
- Uw droefenis zal in vreugde veranderen. De hoop op het eeuwig geluk moet ons allen tegenspoed blijmoedig doen verdragen. Waarom laat God toe dat de deugdzame mensen beproefd worden ?
Vierde Zondag na Pasen. #
- Als ik niet heenging, zou de Helper niet tot u komen. Jo. XVI, 7… Over de Heilige Geest en zijn wonderbare gaven.
- Hij zal de wereld overtuigen van zonde… De Heilige Geest beweegt de harten en beschuldigt de zondaar. Over het waar berouw en zijn eigenschappen. Men kan hier ook spreken over de zonden die niet kunnen vergeven worden.
Vijfde Zondag na Pasen. #
- Wat gij de Vader vragen moogt, dat zal Hij u in mijn Naam geven. Jo. XVI, 23. Over het gebed.
- Tot nog toe hebt gij niets in mijn Naam gevraagd. We moeten God bidden door Christus.
Ons Heer Hemelvaart. #
- Hij werd opgenomen ten hemel, en is gaan zitten aan de rechterhand van God. Marc. XVI, 19. Zesde artikel van het Symbolum.
Zondag na de Hemelvaart. #
- Wanneer de Helper komt, die ik u vanwege de Vader zal zenden… Jo. XV, 26. De Heilige Geest komt voort van de Vader en de Zoon.
- Alwie u doodt… Hier kan met het vijfde gebod van God uitleggen.
- … zal menen daardoor eredienst aan God te bewijzen. De beproevingen en kwellingen van het leven zijn een teken van de welwillendheid van God voor ons.
Pinksteren. #
- Indien iemand mij bemint, zal hij mijn Woord onderhouden. Jo. XIV, 23. De Heilige Geest wordt aan de gelovigen gegeven opdat zij het Woord van God gemakkelijker zouden onderhouden. De pastoor zal de gelovigen opwekken om de geboden van God na te leven. De Wet van God is gemakkelijk te onderhouden. Ook kan vandaag gehandeld worden over het Vormsel.
Tweede dag van Pinksteren. #
- Zozeer heeft God de wereld bemind, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Jo. III, 16. De hemelse Vader heeft ons zijn eindeloze liefde betoond in de schepping en vooral in de verlossing.
- Opdat alwie in Hem gelooft, niet zou omkomen. Het geloof in Christus is ten allen tijde noodzakelijk geweest voor alle mensen.
- Wie in Hem gelooft, wordt niet geoordeeld. Betekenis van het woord geloven.
- Omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. De Zoon van God is enig, en toch mag men zeggen dat Hij broeders heeft.
Derde dag van Pinksteren. #
- Wie niet langs de deur in de schaapstal binnenkomt… Jo. X, 1. Hier kan men spreken over de wettige wijding van de bedienaars van de Kerk, en over den bedienaar van het priesterschap.
- De schapen luisteren naar zijn stem. We zijn aan de bisschoppen en priesters gehoorzaamheid verschuldigd, en eerbied
- Een vreemdeling zullen zij niet volgen. De verspreiders van de dwaalleer mogen we niet volgen.
Feest van de Allerheiligste Drievuldigheid. #
- Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Matth. XXVIII, 18. Hoe heerst Christus over de gelovigen ? ; zijn glorierijk. Macht van Christus voor het instellen en toedienen van de sacramenten ; sleutelmacht waardoor de zonden vergeven worden.
- Doopt hen. Wanneer is de wet van het Doopsel van kracht geworden ? Het Doopsel is voor iedereen nodig om zalig te worden.
- In de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest. Stof van het Doopsel. Welke woorden moet men uitspreken ? Mysterie van de Allerheiligste Drievuldigheid. De Allerheiligste Drievuldigheid kan niet afgebeeld worden ; de beelden en voorstellingen die men er van geeft, dienen alleen om haar eigenschappen uit te drukken.
- Leert hun onderhouden wat ik u geboden heb. De Wet van God is gemakkelijk te onderhouden. Alle mensen zijn verplicht ze te onderhouden.
- Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhartig is. Luc. VI, 36. Om van God vergiffenis te bekomen, moeten we zelf vergeven aan degenen die ons onrecht aangedaan hebben.
- Geeft en u zal gegeven worden. We moeten onze stoffelijke goederen mededelen aan de naaste ; de aalmoes.
- Huichelaar, trek eerst de balk uit uw oog. God verwerpt het gebed van huichelaars.
Feest van het Heilig Sacrament. #
- Mijn Vlees is ware spijs… Jo. VI, 36. De Heilige Eucharistie.
Tweede Zondag na Pinksteren. #
- Zeker mens richtte een groot avondmaal in… Luc. XIV, 16. Dit avondmaal stelt de hemelse glorie voor, die ons aller Vader ons zal geven op het einde van ons leven ; door dit avondmaal kan men ook het Eucharistisch feestmaal verstaan.
- Allen begonnen zich eenstemmig te verontschuldigen. Die verontschuldigingen komen voort uit de begeerlijkheid ; daarom moet hier gesproken worden over de boze neigingen. Tevens zullen we hier wijzen op de ellende van de mens, die misprijst wat hem voordelig is en zich hecht aan noodlottige dingen.
- Een akker heb ik gekocht. Hier worden de hovaardigen en eerzuchtigen bedoeld.
- Vijf koppel ossen heb ik gekocht. Gierigheid.
- Een vrouw heb ik gehuwd. We moeten de wellust verfoeien en de kuisheid beoefenen, die ons de toegang tot de hemel vergemakkelijkt.
Derde Zondag na Pinksteren. #
- Er zal meer vreugde in de hemel zijn over één bekeerden zondaar. Luc. XV, 7. Die vreugde in de hemel over de bekering kan de zondaar aanzetten tot boetvaardigheid. Zie, over de vergiffenis van de zonden ; over de biecht.
Vierde Zondag na Pinksteren. #
- Toen de menigte eens op Jezus aandrong en naar het woord van God luisterde… Luc. V‚ 1. Opwekking om het Woord van God aandachtig te aanhoren. De prediking moet aangepast zijn aan de toehoorders. Vooral op de feestdagen moeten wij het woord van God aanhoren.
- Hij stapte in een der boten, die van Simon was. Jezus stapt in de boot van Simon, en niet in die van een anderen apostel, om aan te tonen dat Petrus het hoofd is van de Kerk.
- Ga weg van mij, Heer. Wanneer we de Heilige Communie moeten ontvangen, moeten wij, zoals Petrus, en zoals de honderdman waarover gesproken wordt bij Mattheus, VIII, erkennen dat wij de tegenwoordigheid van zulk een Gast niet waardig zijn. Zie, over de voorbereiding tot de Heilige Communie.
Vijfde Zondag na Pinksteren. #
- Gij hebt gehoord dat tot de ouden gezegd is : Gij zult niet doden. Matth. V, 21. Hier kan men het vijfde gebod uitleggen.
- Ik zeg u dat alwie kwaad is op zijn broeder. Wanneer is de gramschap zonde ?
- Gij hebt gehoord dat gezegd is : Gij zult geen overspel bedrijven. Zesde gebod.
Zesde Zondag na Pinksteren. #
- Ik heb deernis met de menigte, want het is reeds drie dagen dat zij bij mij blijven. Marc. VIII, 2. Zie vierde Zondag van de vasten. Verder kan men hier spreken over de vaderlijke zorg van God voor de mensen.
- Zo ik hen nuchter naar huis zend, zullen zij onderweg bezwijken. Zwakheid van de mensen, die onbekwaam zijn enig goed werk te doen zonder de hulp van God.
Zevende Zondag na Pinksteren. #
- Wacht u voor de valse profeten. Matth. VII, 15. We moeten op onze hoede zijn voor de ketters. De ketters behoren niet tot de Kerk ; ze kan hen nochtans straffen. Welke middelen gebruiken die valse profeten om hun dwaalleer te verspreiden ?
- … wordt in het vuur geworpen. Het eeuwig vuur.
- Wie de Wil doet van zijn Vader. Dit woord wijst ons de korste weg naar de hemel ; daarom moeten wij het altijd voor ogen hebben. Zie de derde vraag van het Onze Vader.
Achtste Zondag na Pinksteren. #
- Geef rekenschap van uw beheer. Luc. XVI, 2. Iedereen moet rekenschap geven onmiddellijk na de dood.
- Maakt u vrienden met het onrechtvaardig geld. Over de aalmoes. Voorspraak van de heiligen.
Negende Zondag na Pinksteren. #
- Hij weende over haar. Luc. XIX, 41. Jezus weent om ons te leren wenen. Berouw.
- Als ook gij op deze dag erkend hadt. De mens is niet bewust van zijn ellende.
- Dagen zullen er over u komen. Jeruzalem wordt als voorbeeld gesteld voor hen die misbruik maken van de weldaden van God.
Tiende Zondag na Pinksteren. #
- De Farizeeër bad zo bij zich zelven. Luc. XVIII, 11. Welke eigenschappen moet het gebed bezitten om aan God te behagen en om verhoord te worden ?
- God, wees mij, zondaar, genadig. Voorbeeld van boetvaardigheid. Nederigheid is nodig om goed te bidden.
- Wie zich verheft, zal vernederd worden. Het voorbeeld van de nederigheid van Christus is best geschikt om onze hoogmoed te beschamen.
Elfde Zondag na Pinksteren. #
- Ze smeken Hem om hem de hand op te leggen. Marc. VII, 32. Deze mensen die voor een doofstomme van Jezus de genezing afsmeken, leren ons dat we voor anderen moeten bidden. Voor wie moeten we bidden en hoe ?
- Hij stak zijn vingeren in zijn oren. Naar het voorbeeld van Christus, tekenen wij, in het Doopsel, de ogen, de oren, de borst en de schouders van het kind met het heilig kruisteken. Zie de ceremoniën van het Doopsel.
- Opziende naar de hemel zuchtte Hij. Waarom zeggen wij dat God in de hemel woont, als Hij toch overal tegenwoordig is ? De Heilige Schriftuur zegt dat wij doof en stom en blind zijn door de zonde ; zie de gevolgen van de zonde.
Twaalfde Zondag na Pinksteren. #
- Gij zult de Heer uw God beminnen uit geheel uw hart. Luc. X, 27. Eerste gebod. Omdat het eerste deel van dit Evangelie overeenkomt met dat van de zeventiende Zondag, kan men vandaag het tweede deel uitleggen:
- Zeker mens daalde van Jeruzalem af naar Jericho. Deze mens, die in handen van rovers valt, stelt de menselijke natuur voor zoals ze is na de zondeval.
- De Samaritaan goot olie en wijn in zijn wonden. Christus is de barmhartige Samaritaan, die ons de sacramenten gaf als geneesmiddel voor onze geestelijke kwalen.
- Zorg voor hem. De zorg voor heel het mensdom en voor heel de Kerk werd door Christus aan één mens toevertrouwd.
- Wie van deze drie is de naaste geweest… Wie is onze naaste ?
Dertiende Zondag na Pinksteren. #
- Jezus, Meester, erbarm u over ons. De naam Jezus.
- Gaat u aan de priesters laten zien. Zie derde Zondag na Driekoningen, en ook dat de biecht door Christus in gesteld werd. Het berouw vergeeft de zonden, maar de biecht blijft nodig.
Veertiende Zondag na Pinksteren. #
- Weest niet bekommerd voor uw leven. Matth. VI, 25. Overdreven zorg voor tijdelijke belangen is nadelig voor het godsdienstig leven. Middelen tegen de begeerlijkheid.
- Uw hemelse Vader weet dat gij dit alles nodig hebt. God kent onze noodwendigheden en verlangens, en toch wil Hij dat wij onze gebeden tot Hem sturen.
- Zoekt eerst het rijk van God. Wat moet men vragen in het gebed ? Welke orde moeten we volgen in het gebed ? Hier kan heel de tweede vraag van het Onze Vader uitgelegd worden.
- Dit alles zal er u bijgegeven worden. Mogen we tijdelijke gunsten vragen ? Zie zevende vraag van het Onze Vader.
Vijftiende Zondag na Pinksteren. #
- De dode ging overeind zitten… Luc. VII, 15. Christus wordt de eerstgeborene van de doden genoemd, alhoewel vele anderen vóór Hem verrezen zijn. Men kan hier handelen over het elfde artikel van het Symbolum : Verrijzenis van het vlees.
Zestiende Zondag na Pinksteren. #
- Mag men op sabbat genezen ? Luc. XIV, 3. Heiliging van de feestdagen ; wat moet men doen, wat moet men laten op die dagen ?
- Wanneer gij op een bruiloft uitgenodigd wordt… We mogen ons niet boven anderen verheffen, niet eerzuchtig zijn.
Zeventiende Zondag na Pinksteren. #
- Gij zult de Heer uw God beminnen. Matth. XXII, 37. Zie twaalfde Zondag na Pinksteren.
- Wat dunkt u over de Christus ? Tweede artikel van het Symbolum.
Achttiende Zondag na Pinksteren. #
- Als Jezus hun geloof zag… Matth. IX, 2. Jezus bewijst hier een weldaad aan die lamme, niet omdat de zieke er zelf om smeekt, maar om wille van het geloof van anderen. Zo ontvangen de kinderen ook de genade van het Doopsel, niet om hun eigen verdienste, maar om wille van het geloof van hun ouders, of peters, of van de heilige Kerk. Over peter en meter.
- Uw zonden worden u vergeven. Christus was de eerste die de macht had om de zonden te vergeven. Het woord van de priester, die wettig onze zonden vergeeft, heeft dezelfde kracht als het woord van Christus. Absolutie.
- Die lastert. Godslastering.
Negentiende Zondag na Pinksteren. #
- … die een bruiloftsmaal voor zijn zoon bereidde. Matth. XXII, 2. Waarom moeten man en vrouw verenigd worden ? Plichten van man en vrouw. Voordelen van het huwelijk.
- Grepen zijn dienaren vast, beledigden en doodden hen. Belediging, kwaadspreken en andere zonden waardoor men de naaste onrecht aandoet.
- Zonder een bruiloftskleed aan te hebben. Het witte kleed, dat aan de gedoopten opgelegd wordt, stelt dit bruiloftskleed voor.
- Werpt hem in de duisternis daarbuiten. Veroordeling en straf van de verdoemden.
Twintigste Zondag na Pinksteren. #
- Er was een zeker hofbeambte, wiens zoon ziek lag. Jo. IV, 46. Van waar komen de ellenden van het menselijk leven ? Nog, en nog. Tot wie moeten wij onze toevlucht nemen ? De laatste vraag van het Onze Vader kan hier uitgelegd worden.
Een en twintigste Zondag na Pinksteren. #
- Betaal wat ge schuldig zijt. Matth. XVIII, 28. De restitutie is nodig om vergiffenis te bekomen. Diefstal, roof, woeker.
- … als niet ieder zijn broeder van harte vergeeft. Vijfde vraag van het Onze Vader.
Twee en twintigste Zondag na Pinksteren. #
- Leeraar, wij weten dat Gij oprecht zijt. Matth. XXII, 16. Vleierij. Leugen.
- Geef wat van de keizer is, aan de keizer. Plichten tegenover de vorsten en overheden.
Drie en twintigste Zondag na Pinksteren. #
- Er kwam een overste en knielde vóór Hem neer. Matth. IX, 18. De ongelovigen vragen ook om bevrijd te worden van het kwaad, doch niet zoals de christenen. In ziekten moeten we alleen op God betrouwen.
- Mijn dochter is zoëven gestorven. Over de uitersten moet dikwijls gesproken worden.
- Als ik enkel zijn kleed aanraak. Verering van de relikwieën.
- Jezus ging het huis van de overste binnen. We kunnen de overledenen helpen door het Heilig Misoffer, en door onze gebeden.
Vier en twintigste Zondag na Pinksteren. #
- Wanneer gij dan de gruwel van de verwoesting in een heilige plaats zult zien staan. Matth. XXIV, 15. Voortekens van het laatste oordeel.
- Bidt dat uw vlucht niet geschiede… Het is toegelaten tijdelijke gunsten te vragen.
- Om de uitverkorenen zullen die dagen verkort worden. De duivelen kunnen ons niet bekoren naar willekeur.