Het laatste woord van het gebed : Amen. #
Nut van dit woord. #
In zijn uitleg over de heilige Mattheus zegt de heilige Hieronymus terecht dat het woordje Amen het zegel is van het gebed van de Heer. Daarom, zowel als we de gelovigen onderricht hebben over de voorbereiding die nodig is om dit goddelijk gebed te beginnen, menen we dat ze ook de betekenis en de reden van het slotwoord moeten kennen. Er is evenveel aan gelegen dat we het gebed goed eindigen als dat we het met zorg beginnen.
De gelovigen moeten weten dat we vele en overvloedige vruchten te verwachten hebben van het gebed van de Heer ; doch de rijkste en zoetste vrucht is wel dat we bekomen wat we gevraagd hebben ; daarover echter hebben we reeds genoeg gezegd. En niet alleen bekomen we, bij het einde van het gebed, dat onze smeekbeden aanhoord worden, we verkrijgen daarbij zulke grote en heerlijke gunsten dat we ze niet in woorden kunnen uitdrukken.
Voordelen van het gebed. #
Als de mens in het gebed met God spreekt, zoals de heilige Cyprianus zegt, dan komt de goddelijke majesteit, op onuitsprekelijke wijze, dichter bij hem dan bij de anderen en verrijkt hem met de heerlijkste gunsten ; zo kunnen degenen die godvruchtig bidden vergeleken worden met hen die het vuur naderen : hebben ze kou, dan worden ze verwarmd ; hadden ze ’t reeds warm, dan beginnen ze te zweten : zo groeit ook de vurigheid van hen die door het gebed tot God naderen, volgens de maat van hun godsvrucht en hun geloof : hun gemoed ontvlamt voor de glorie van God, hun geest wordt op wonderbare wijze verlicht, ze worden overstelpt met goddelijke gunsten ; daarom zegt de Heilige Schriftuur : “Gij hebt hem voorkomen met de zegeningen van uw zoetigheid„ 1. Een voorbeeld van gebed geeft ons de grote Mozes, die, na zijn bijeenkomst en zijn onderhoud met God, zozeer straalde van goddelijke glans dat de Israëlieten zijn ogen en zijn aangezicht niet konden aanschouwen. Waarlijk, wie met zo grote vurigheid bidt, geniet de wonderbare goedheid en majesteit van God. “’s Morgens zal ik vóór U staan, zegt de profeet, en zien dat Gij geen God zijt die ongerechtigheid wilt„ 2. Naarmate de mensen dit beter weten, eren zij God met meer vroomheid en godsvrucht, en ondervinden zij beter hoe zoet de Heer is, en hoe gelukkig allen zijn die op Hem betrouwen ; omstraald door dit schitterende licht, beschouwen zij hun eigen nietigheid en de majesteit van God, zoals de heilige Augustinus deed als hij bad: “Laat me U kennen, laat me mezelf kennen„ Niet het minste verwachtend van hun eigen krachten, vertrouwen zij zich gans toe aan de goedheid van God en twijfelen er volstrekt niet aan dat God hen met zijn vaderlijke en aanbiddelijke liefde zal omhelzen en hun in overvloed zal geven al wat ze nodig hebben om te leven en om zalig te worden. Daarna danken zij God uit al de krachten van hun ziel en met al de vurigheid van hun gebed, en volgen daarin het voorbeeld na van David, die zijn gebed begon met te smeken : “Red me van allen die me vervolgen„ en eindigde met te danken : “Ik zal de Heer prijzen volgens zijn gerechtigheid, en ik zal de Naam van de Allerhoogste bezingen„ 3.
Waarom beginnen de heiligen hun gebed met vrees, en eindigen ze met vreugde ? #
Heel dikwijls beginnen de gebeden van de heiligen met gevoelens van vrees, en eindigen ze in een uitbundige vreugde en blijde hoop ; doch de gebeden van de profeet David zijn vooral merkwaardig onder dat opzicht. Hij was door vrees ontsteld als hij begon te bidden : “Velen staan op tegen mij ; velen zeggen aan mijn ziel: gij zult in God geen redding vinden„ ; doch een weinig verder vat hij weer moed en roept hij vol vreugde uit : “Ik zal niet vrezen voor de duizenden van het volk dat mij omringt„, 4. In een anderen psalm treurt hij over zijn ellende, doch op het einde betrouwt hij op God en vindt hij een onuitsprekelijke vreugde in de hoop op de eeuwige zaligheid : In vrede zal ik inslapen en rusten„ 5. Met wat angst en siddering zal de profeet gezegd hebben : “Heer, straf mij niet in uw toorn en kastijd me niet in uw gramschap„; doch met hoeveel betrouwen en vreugde laat hij er op volgen : “Gaat weg van mij, gij allen die ongerechtigheid bedrijft, want de Heer heeft de stem van mijn tranen verhoord„ 6. Als hij de woede en de haat van Saul vreesde, smeekte hij ootmoedig en deemoedig de hulp van God af : “Heer red mij door uw Naam, en verdedig mij door uw macht„; en toch voegt hij er in dezelfde psalm, blijmoedig en vertrouwend bij : “Zie, God helpt me, en de Heer is de beschermer van mijn ziel„ 7.
Alwie zich tot het gebed begeeft met gevoelens van geloof en hoop, zal dan tot God gaan als tot een Vader, met de vaste overtuiging dat hij zal verkrijgen al wat hij nodig heeft.
Welke is hier de betekenis van het woordje Amen ? #
Het laatste woord van het goddelijk gebed : Amen, bevat als de kiem van al de gedachten en beschouwingen die wij hier uiteengezet hebben. Ook kwam dat Hebreeuwse woord zo dikwijls voor in de mond van de Zaligmaker, dat het de Heilige Geest behaagd heeft het in de Kerk van God te behouden. Aan dat woord moeten we deze betekenis hechten : Weet dat uw gebed verhoord is. Het is als een antwoord waarmee God, vol welwillendheid, afscheid neemt van degene die Hem door het gebed zijn verlangens te kennen gegeven heeft.
Die uitleg van het woord Amen wordt bevestigd door de altijddurende gewoonte van de Kerk van God : in het Heilig Misoffer, als het gebed van de Heer opgezegd wordt, zijn het wel de dienaars die antwoorden : Maar verlos ons van de kwade, maar het woord Amen is voorbehouden aan de priester, die, als middelaar tussen God en de mensen, aan het volk antwoordt dat God het gebed verhoord heeft.
Waarom moet de priester in dit gebed Amen antwoorden, alhoewel de dienaar het doet in andere gebeden ? #
Dit voorschrift van de Kerk is nochtans niet algemeen, vermits in andere gebeden de dienaar Amen antwoordt, maar is eigen aan het gebed van de Heer. In andere gebeden betekent dit woord slechts een instemming of een verlangen, maar hier is het een antwoord, dat God de gebeden van het volk ingewilligd heeft.
Verschillende betekenissen die aan dit woord gehecht worden. #
Aan dit woord werden verschillende betekenissen gehecht. De zeventig vertalers geven het weer door : het zij zoo ! Anderen vertalen het door : waarlijk, Aquila zet het over : getrouw. Het heeft echter weinig belang hoe het vertaald wordt, als men maar aanneemt dat het, zoals wij gezegd hebben, de kracht heeft van een bevestiging : de priester verklaart dat het gebed verhoord is. Voor die uitleg vinden we een getuigenis in de brief van de Apostel aan de Korinthiërs : “Wat God ooit moge beloven, in Hem is dat steeds ja. Daarom ook zeggen wij door Hem het Amen tot Gods glorie„ 8.
Dit woord is ons ook nuttig omdat het een bevestiging bevat van de vragen die voorafgaan ; zo houdt het de aandacht gaande van degenen die bidden ; het gebeurt immers dikwijls genoeg dat we verstrooid zijn in het gebed en door allerhande gedachten afgeleid worden. Door dit woord vragen we dan, met de meeste aandrang, dat alles geschiede, dit is, dat alles toegestaan worde wat we gevraagd hebben ; of liever, omdat we begrijpen dat we reeds verhoord werden, en bewust zijn van de kracht der goddelijke hulp, zingen we met de profeet : “Zie, God helpt me, en de Heer is de beschermer van mijn ziel„ 9. Ten andere, niemand kan er aan twijfelen dat God ons verhoort als we bidden in de Naam van zijn Zoon, en het woord herhalen dat Hij zo dikwijls gebruikte ; de Apostel zegt immers : “Hij werd verhoord om wille van zijn vroomheid„ 10 ; “Hem komt heerlijkheid toe, en kracht en macht in de eeuwen der eeuwen„ 11.