Die nedergedaald is ter helle, ten derden dage verrezen van de dood

Die nedergedaald is ter helle, ten derden dage verrezen van de dood. #

Hoe moet het eerste deel van dit artikel verstaan worden ? #

Het is zeker van groot belang de glorie te kennen van de begrafenis van onze Heer Jezus Christus, waarover wij in het vorige hoofdstuk gesproken hebben. Doch veel meer belang heeft het voor het gelovige volk de triomf te kennen die Christus behaalde met de duivel te overwinnen en aan de hel haar prooi te ontrukken : die triomf zullen we behandelen, samen met de verrijzenis, Wel kunnen die twee punten afzonderlijk behandeld worden ; doch, naar het voorbeeld der heilige Vaders, menen we best te doen met de verrijzenis en de nederdaling ter helle samen te verklaren.

In het eerste deel van dit artikel wordt ons als geloofspunt voorgehouden dat, na de dood van Christus, zijn ziel nedergedaald is ter helle en daar vertoefde zolang zijn lichaam in het graf bleef. Door die woorden belijden wij tevens dat dezelfde persoon van Christus te gelijkertijd in de hel was en in het graf lag. En dat moet ons niet verwonderen : we hebben immers er reeds meermaals op gewezen dat, alhoewel de ziel van het lichaam gescheiden was, de godheid toch altijd verenigd bleef zowel met de ziel als met het lichaam.

Wat betekent hier het woord hel ? #

De uitleg van dit artikel zal veel klaarder worden, als de pastoor eerst leert wat hier moet verstaan worden door het woord hel. Hij zal er wel op wijzen dat door de hel hier niet het graf bedoeld wordt, zoals sommigen in hun ongeloof en onwetendheid beweerd hebben. We leerden immers reeds in het voorgaande artikel dat onze Heer Christus begraven werd : er was dan geen enkele reden waarom de apostelen dezelfde waarheid in andere en minder klare woorden zouden herhalen.

Het woord hel betekent de verborgen plaatsen waar de zielen verblijven die de hemelse zaligheid niet verworven hebben. In die zin wordt het woord dikwijls gebruikt in de Heilige Schriftuur ; zo leren we bij de Apostel: “In de naam van Jezus moet elke knie buigen van de wezens in de hemel en op de aarde en onder de aarde 1„; en in de Handelingen der Apostelen getuigt de heilige Petrus dat de Heer Christus verrezen is, nadat de pijnen der hel hadden opgehouden 2.

Hoeveel plaatsen zijn er waar de zielen na de dood buiten de zaligheid kunnen verblijven ? #

Die plaatsen zijn niet allen van één en dezelfde soort. Er is vooreerst de allergruwelijkste en duistere. kerker, waar de zielen, samen met de onzuivere geesten, door het eeuwig en onuitblusbaar vuur gefolterd worden. Die plaats wordt Gehenna genoemd en afgrond, en, in eigenlijke zin, hel.

Een tweede plaats is het vagevuur, waar de vrome zielen voor bepaalde tijd opgehouden worden om hun fouten uit te boeten, totdat voor hen de hemel open ga, waar niets mag binnentreden wat bezoedeld is. Het heilig Concilie verklaart dat de waarheid van die lering steunt op de getuigenissen der Heilige Schriftuur en op de apostolische overlevering : daarom zal de pastoor er dikwijls en met nadruk op terug komen, vooral omdat velen in deze tijd de gezonde lering niet meer verdragen.

Eindelijk, in de derde plaats verbleven de zielen der heiligen vóór de komst van Christus ; ze hadden er niet de minste smart te verdragen, en, gesteund door de zalige hoop op de verlossing, genoten ze van hun rustig verblijf. Die heilige zielen, die in de schoot van Abraham de Verlosser verwachtten, ging Christus bevrijden als Hij nederdaalde ter helle.

Christus is niet alleen met zijn macht maar waarlijk met zijn ziel ter helle nedergedaald. #

Men denke niet dat alleen de kracht en de macht van Christus de hel bereikte, en niet zijn ziel: men moet volstrekt geloven dat de ziel van Christus zelf ter helle nederdaalde en daar waarlijk tegenwoordig was. Het getuigenis van David laat daarover geen twijfel bestaan : “Gij zult mijn ziel niet verlaten in de hel„ 3.

De waardigheid van Christus heeft niet geleden onder zijn nederdaling ter helle. #

Alhoewel Christus ter helle nederdaalde, werd daardoor geen afbreuk gedaan aan zijn opperste macht, of werd de luister zijner heiligheid niet bezoedeld ; integendeel, dit feit heeft duidelijk zijn heiligheid en zijn godheid bevestigd, lijk Hij die vroeger reeds door vele mirakelen had bewezen. Dit zullen we gemakkelijk begrijpen, als we vergelijken waarom Christus ter helle nederdaalde en waarom andere mensen daar komen. Immers, al de anderen waren als gevangenen nedergedaald : Christus echter ging vrij en zegevierend te midden van de doden, om de duivelen te overwinnen die de mensen om hun schuld opgesloten en gebonden hielden.

Daarbij komt nog, dat al de anderen in de hel, ofwel door vreselijke pijnen gekweld worden, ofwel, al waren ze ook vrij van de pijn van gevoelen, toch beroofd bleven van het zaligend aanschouwen van God, en door hun verlangen naar de hemelse glorie gepijnigd werden. Onze Heer Christus integendeel daalde ter helle, niet om te lijden, maar om de heiligen en rechtvaardigen te bevrijden uit de ellende van hun gevangenis en om op hen de vrucht van zijn lijden toe te passen. Zijn nederdaling ter helle was dus volstrekt geen vermindering van zijn opperste macht of waardigheid.

Waarom wilde Christus ter helle nederdalen ? #

Na die bemerkingen, zal men uitleggen dat Christus ter helle wilde nederdalen om aan de duivelen hun prooi te ontrukken, en om de heilige Vaders en alle vrome zielen uit hun gevangenis te bevrijden en met zich ten hemel te voeren. Dat deed Hij dan ook op wonderbare en glorievolle wijze : want onmiddellijk bracht zijn aanschijn dan de gevangenen het heerlijkste licht en Hij vervulde hun zielen met onuitsprekelijke vreugde en geluk. Hij schonk hun de vurig betrachte zaligheid, die bestaat in het aanschouwen van God; en zo ging de belofte in vervulling die Hij aan de moordenaar deed : heden nog zult gij met mij in het paradijs zijn. Die bevrijding van de rechtvaardigen had de profeet Oseas lang te voren voorzegd : “dood, ik zal uw dood zijn ; hel, ik zal u verscheuren„ 4. Dit is ook de betekenis van deze woorden van de profeet Zacharias : “Gij hebt door het bloed van uw verbond uw gevangenen bevrijd uit de kuil die zonder water was„ 5. En ook de Apostel zegt hetzelfde in deze woorden : “De overheden en de machten heeft Hij ontwapend, ze fier ten toon gesteld, en in triomf meegevoerd op het kruis„ 6.

Om beter de kracht van dit geheim te begrijpen, moeten we ons dikwijls herinneren, dat niet alleen de rechtvaardigen, die na de komst van de Heer geboren waren, door de weldaad van zijn lijden de zaligheid bekomen hebben, maar al diegenen die vanaf Adam Hem zijn voorgegaan, en allen die nog zullen komen tot het einde van de wereld. Daarom waren de poorten van de hemel nooit voor iemand ontsloten geweest voordat Christus stierf en verrees ; de zielen der rechtvaardigen die uit dit leven scheidden, werden ofwel in de schoot van Abraham gedragen, ofwel, lijk het nu nog gebeurt, pingen ze in het vagevuur uitboeten wat ze nog te boeten hadden.

Er is nog een andere reden waarom Christus ter helle nederdaalde : daar, zowel als in de hemel en op aarde, moest Hij zijn macht en zijn heerschappij bevestigen ; in zijn naam moet alle knie buigen, in de hemel, op de aarde en in de hel 7. Hoe zouden we dan niet in stomme verbazing bewonderen de goedheid van God voor de mensen, daar Hij niet alleen voor ons de vreselijkste dood wilde ondergaan, maar tot de meest verdoken delen van de wereld wilde doordringen, om de zielen te bevrijden die Hem boven alles duurbaar waren en ze naar de hemelse zaligheid te geleiden.

Betekenis van het tweede deel van dit artikel. #

Aan de uitleg van het tweede deel van het artikel zal de pastoor veel zorg besteden, het woord van de Apostel indachtig : Gedenk dat de Heer Jezus Christus uit de doden verrezen is 8. Er is immers niet aan te twijfelen, dat dit voorschrift, dat tot Timoteüs gericht was, van kracht blijft voor al wie zielzorg heeft.

Deze is de betekenis van het artikel : Christus onze Heer, die op een Vrijdag, rond het negende uur, de geest gegeven had op het kruis, werd de avond van diezelfde dag begraven door zijn leerlingen, die, met toelating van de landvoogd Pilatus, het Lichaam van de Heer van het kruis hadden afgenomen en het droegen naar een nieuw graf in een nabij gelegen hof; de derde dag na de dood, dit is op een Zondag, in de vroege morgen, werd zijn Ziel weder verenigd met zijn Lichaam ; en zo gebeurde het dat Hij, die drie dagen dood geweest was, tot het leven terugkeerde en verrees.

Christus verrees door zijn eigen macht. #

Door de verrijzenis moeten we niet alleen verstaan dat Christus opgewekt werd uit de dood, wat ook bij vele anderen gebeurt, maar dat Hij door zijn eigen macht verrezen is, wat aan Hem alleen eigen is. Want door zijn natuur had de mens nooit de kracht om zichzelf tot het leven terug te roepen, en die kracht werd Hem ook nooit verleend. Dat was uitsluitend aan de goddelijke almacht voorbehouden, zoals het woord van de Apostel ons leert : Al werd Hij uit zwakheid gekruisigd, toch leeft Hij door de kracht van God 9. En vermits de godheid niet gescheiden werd van het Lichaam terwijl het in het graf lag, noch van de Ziel als ze ter helle nederdaalde, bleef het Lichaam de kracht bezitten om zich opnieuw met de Ziel te verenigen, en bezat de Ziel ook de kracht om tot het Lichaam terug te keren : zo kon Christus door eigen macht herleven en uit de doden opstaan. David, die vervuld was met de Geest van God, heeft die verrijzenis voorzegd : Zijn rechterhand en zijn heilige arm hebben Hem behouden 10. En de Heer zelf heeft met zijn goddelijk woord die voorzegging bekrachtigd : “Ik leg mijn leven af om het weder aan te nemen. En ik heb de macht om het af te leggen, en de macht om het weer terug te nemen„ 11. En om de waarheid zijner lering te bevestigen, sprak Hij tot de Joden : “Breekt deze tempel af, en in drie dagen zal Ik hem weer opbouwen„ 12. De Joden meenden wel dat Jezus sprak over de prachtige stenen tempel, doch het Evangelie zelf getuigt dat Jezus over de tempel van zijn Lichaam sprak.

We lazen wel op sommige plaatsen in de H. Schriftuur dat onze Heer Christus door zijn Vader opgewekt werd uit de doden ; doch die woorden bedoelen Christus als mens, evenals Hij in die andere teksten, waarin gezegd wordt dat Hij door zijn eigen macht verrees, als God bedoeld wordt.

Christus wordt de eerstgeborene der doden genoemd, alhoewel vele anderen vóór Hem verrezen zijn. #

Het is het grote voorrecht van Christus, dat Hij de eerste was om de goddelijke weldaad der verrijzenis te genieten. Hij wordt immers in de H, Schriftuur genoemd de eerstgeborene uit de doden 13 en de eerstgeborene der doden 14. En de Apostel schrijft : “Christus is uit de doden verrezen, Eersteling van de ontslapenen. Door één mens is de dood, en ook door één mens is de opstanding der doden. Want gelijk in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden. Iedereen nochtans op zijn eigen rang : de Kersteling, Christus, en daarna die van Christus zijn„15. In deze tekst wordt gesproken over de volmaakte verrijzenis, die het begin is van een onsterfelijk leven, en alle noodzakelijkheid van sterven volkomen wegneemt : in die verrijzenis neemt Christus de eerste plaats in. Zo we spreken over verrijzenis, in de zin van terugkeer tot een leven dat nogmaals een einde moet nemen door de dood, dan zijn velen vóór Christus verrezen : doch die werden allen opgewekt uit de dood, om later opnieuw te sterven. Onze Heer Christus, integendeel, heeft door zijn verrijzenis de dood overwonnen en verdelgd, zodat Hij niet meer kan sterven. Dit wordt allerduidelijkst bevestigd door deze woorden : Christus, die uit de doden opgestaan is, sterft niet meer, de dood zal over Hem niet meer heersen 16.

Waarom Christus de derde dag wilde verrijzen. #

De pastoor zal de woorden “ten derden dage„ moeten uitleggen, om de gelovigen niet te laten denken dat de Heer drie volle dagen in het graf gebleven is, Hij bracht in het graf een vollen dag door, en een deel van de voorgaande en een deel van de volgende dag, zodat we met waarheid mogen zeggen dat Hij drie dagen in het graf gelegen heeft en de derde dag uit de doden opstond. Om zijn godheid te bewijzen, wilde Hij echter zijn verrijzenis niet uitstellen tot het einde der wereld, en om te tonen dat Hij waarlijk mens is en waarlijk gestorven is, herleefde Hij niet aanstonds, doch slechts de derde dag. Die tijdruimte scheen voldoende te zijn om de waarheid van zijn dood te bewijzen.

Waarom de Vaders van het Concilie van Constantinopel aan dit artikel de woorden “volgens de Schriftuur„ toegevoegd hebben. #

De Vaders van het Concilie van Constantinopel voegden hier de woorden bij: “volgens de Schriftuur„. Dit woord werd overgenomen van Sint Paulus 17 en in het symbolum ingelast, omdat het geheim der verrijzenis van het allergrootste belang is ; dit leert ons de Apostel in deze woorden : “Is Christus niet verrezen, dan is onze prediking ijdel, en ijdel ook uw geloof. Is Christus niet verrezen, dan is uw geloof ledig, dan zijt gij nog in uw zonden„ 18. In bewondering voor het geloofspunt dat in dit artikel voorgehouden wordt, schreef de heilige Augustinus ; Het is niet moeilijk te geloven dat Enristus gestorven is: ook de heidenen en de Joden en alle bozen geloven het. Het is eigen aan de christenen te geloven aan de verrijzenis van Christus : en we aanzien het als iets groot te geloven dat Hij verrezen is 19.

Daarom is het dat de Heer zo dikwijls over zijn verrijzenis gesproken heeft, en dat Hij bijna nooit met zijn leerlingen over zijn lijden sprak zonder tevens zijn verrijzenis te voorzeggen. Hij zegde wel : De Zoon van de mens zal overgeleverd worden aan de heidenen en bespot en gegeseld worden en bespuwd, en ze zullen Hem geselen en doden ; doch Hij voegde er bij : En de derde dag zal Hij verrijzen 20. En als de Joden Hem vroegen dat Hij door een wonderteken zijn lering zou bewijzen, dan antwoordde Hij dat hun geen ander teken zou gegeven worden dan dat van de profeet Jonas : zoals Jonas drie dagen en drie nachten in de buik van de vis geweest is, zo zou de Mensenzoon ook drie dagen en drie nachten in het hart der aarde doorbrengen 21.

Om nu al de draagkracht en de betekenis van dit artikel beter te vatten, blijven nog drie vragen te beantwoorden : vooreerst, waarom was het nodig dat Christus verrees ? Ten tweede, welk was het doel en het einde der verrijzenis ? Ten slotte, welke zijn voor ons de voordelen van de verrijzenis ?

Waarom was het nodig dat Christus verrees ? #

Op de eerste vraag antwoorden we, dat de verrijzenis noodzakelijk was om de rechtvaardigheid van God te laten blijken. Het betaamde immers dat Hij, die verdrukt werd en met smaad overladen om aan God te gehoorzamen, ook door God verheerlijkt werd. Die reden geeft Sint Paulus aan in zijn brief aan de Philippiërs : Hij vernederde zich zelven door gehoorzaam te worden tot de dood, ja tot de kruisdood. Daarom ook heeft God Hem hoog verheven 22.

Verder was de verrijzenis noodzakelijk om ons geloof te bevestigen, zonder hetwelk de gerechtigheid van de mens geen stand houdt ; en ons geloof in de godheid van Christus steunt vooral op het feit dat Hij door eigen kracht uit de doden verrees.

Vervolgens, om onze hoop te voeden en te versterken. Omdat Christus verrezen is, hopen we met een vast vertrouwen dat ook wij zullen verrijzen : immers, de ledematen moeten hetzelfde lot ondergaan als het hoofd. Tot dat besluit komt ook de Apostel in zijn brieven aan de Corinthiërs en de Thessalonicensen 23. En bij Petrus, de Prins der Apostelen, lezen we : “Gezegend zij God en de Vader van onze Heer Jezus Christus, die naar zijn grote barmhartigheid ons deed herboren worden om levendig te hopen door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, om een onvergankelijke erfenis te krijgen„ 24.

Ten slotte was de verrijzenis van de Heer noodzakelijk om het geheim onzer zaligheid en verlossing te voltrekken. Door zijn dood heeft Christus ons van onze zonden bevrijd; door zijn verrijzenis heeft Hij ons de voornaamste goederen weergegeven die we door de zonde verloren hadden. Daarom zegt de Apostel: “Christus werd overgeleverd om onze misstappen en opgewekt om onze rechtvaardiging„ 25. Om het mensdom volledig in zijn geluk te herstellen, moest Christus dus niet alleen sterven, maar ook verrijzen.

Welke zijn voor ons de voordelen van de verrijzenis ? #

Uit hetgeen tot hiertoe gezegd is, kunnen we begrijpen welke voordelen de verrijzenis van Christus aan de gelovigen gebracht heeft. In de verrijzenis erkennen we dat God onsterfelijk is, vol glorie, overwinnaar van dood en duivel : zonder enige twijfel moeten wij geloven en belijden dat Christus die eigenschappen bezit.

Verder heeft de verrijzenis van Christus ook de verrijzenis van ons lichaam verdiend en verzekerd : immers, zijn verrijzenis is de oorzaak en het voorbeeld van de onze.

Over die opstanding der lichamen zegt de Apostel : “Evenals door één mens de dood gekomen is, zo kwam ook door één mens de opstanding der doden„ 26. Voor al wat God in het geheim onzer verlossing bewerkt heeft, heeft Hij de mensheid van Christus als werktuig gebruikt. Zo was de verrijzenis van Christus een werktuig om de onze te bewerken. En ze was er ook het voorbeeld van, want de verrijzenis van onze Heer Christus was de volmaakste van allen, en evenals het Lichaam van Christus door de verrijzenis overgegaan is tot een onsterfelijke glorie, zo zullen ook onze lichamen, die zwak en sterfelijk waren, met glorie en onsterfelijkheid bekleed worden. De Apostel leert ons immers : “Wij verwachten als verlosser, de Heer Jezus Christus, die ons vernederd lichaam van gedaante zal veranderen en het gelijkvormig zal maken aan zijn heerlijk lichaam„ 27.

Ook kan de verrijzenis van Christus als voorbeeld gesteld worden aan de ziel die dood is door de zonde, volgens deze woorden van dezelfde Apostel : “Gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de glorie van de Vader, zo moeten wij ook in een nieuw leven wandelen. Want indien wij met Hem vergroeid zijn door de gelijkenis met zijn dood, dan zullen wij het ook zijn door de gelijkenis met zijn verrijzenis„en verder: “Wij weten immers dat Christus, die uit de doden opgestaan is, niet meer sterft, dat de dood niet meer over Hem heerst. Want gestorven is Hij, aan de zonde gestorven, voor goed, en leven doet Hij leven voor God. Eveneens moet ook gij bedenken dat gij dood zijt aan de zonde, maar leeft voor God in Christus Jezus„ 28.

Waarin kunnen wij het voorbeeld van de verrezen Christus navolgen ? #

We vinden in de verrijzenis van Christus een dubbel voorbeeld, dat wij kunnen navolgen. Vooreerst moeten we, na gezuiverd te zijn van de vlekken der zonde, een nieuw leven leiden, dat schittert door onberispelijke zeden onschuld, heiligheid, zedigheid, rechtvaardigheid, liefdadigheid en nederigheid. Vervolgens zullen we in dit nieuwe leven volharden, zodat we, met Gods hulp, van de weg der gerechtigheid, die we ingegaan zijn, niet meer afwijken.

De Apostel zegt ook dat de verrijzenis van Christus niet alleen het voorbeeld is van onze verrijzenis, maar dat ze ons ook de kracht geeft om te verrijzen, en de sterkte om te volharden in heiligheid en gerechtigheid en om de geboden van God te onderhouden. Want evenals we in de dood van Christus niet alleen leren dat we moeten sterven aan de zonde, maar er ook de kracht ontvangen om er aan te sterven, zo schenkt zijn verrijzenis ons ook de middelen om de rechtvaardigheid te bereiken en om te verrijzen tot een nieuw leven waarin we God dienen met vroomheid en heiligheid. De voornaamste vrucht van Jezus’ verrijzenis is dan, dat wij, die met Hem gestorven zijn aan de zonde en aan de wereld, ook met Hem kunnen verrijzen tot een nieuwe levenswijze.

Tekenen waaraan men kan onderscheiden of we met Christus verrezen zijn. #

De Apostel leert ons aan welke tekenen men vooral die verrijzenis kan kennen ; als hij zegt : “Indien gij verrezen zijt met Christus, zoekt naar de dingen die daar boven zijn, waar Christus aan de rechterhand van God zetelt„ 29, dan toont hij daardoor, dat zij die verlangen leven, eer, rust en rijkdom te vinden waar Christus is, waarlijk met Christus verrezen zijn ; doch hij voegt er bij: “Zint op de dingen die daarboven zijn, niet op die van de aarde„ 30, om ons te leren onderscheiden of we wel met Christus verrezen zijn. Want evenals men de gesteltenis en de gezondheid van het lichaam kan kennen door iemands smaak, zo mag men ook met reden vertrouwen, dat hij, die genot vindt in al wat waar en zuiver en rechtvaardig en heilig is, tot een nieuw en geestelijk leven met Jezus Christus verrezen is.


  1. Phil. II, 10. ↩︎

  2. Act. II, 24. ↩︎

  3. Ps. XV, 10. ↩︎

  4. Os. XIII, 14. ↩︎

  5. Zach. IX, 11. ↩︎

  6. Col. II, 15. ↩︎

  7. Phil. II, 10. ↩︎

  8. II Tim. II, 8. ↩︎

  9. II Cor. XIII, 4. ↩︎

  10. Ps. XCVII, 1. ↩︎

  11. Jo. X, 17, 18. ↩︎

  12. Jo. II, 21. ↩︎

  13. Col. I, 18. ↩︎

  14. Apoc. I, 5. ↩︎

  15. I Cor. XV, 20-23. ↩︎

  16. Rom. VI, 9. ↩︎

  17. I Cor. XV, 3. ↩︎

  18. I Cor. XV, 14, 17. ↩︎

  19. S. Aug., in Psalm. 120. ↩︎

  20. Luc. XVIII, 32, 33. ↩︎

  21. Matth. XII, 39, 40. ↩︎

  22. Phil. II, 8-9. ↩︎

  23. I Cor. XV, 12, — I Thess. IV, 13. ↩︎

  24. I Petri I, 3, 4. ↩︎

  25. Rom. IV, 25. ↩︎

  26. I Cor. XV, 21. ↩︎

  27. Phil. III, 20, 21. ↩︎

  28. Rom. VI, 4-11. ↩︎

  29. Col. III, 1. ↩︎

  30. Id III, 2. ↩︎